De Laurentiuskerk
De Laurentiuskerk en de toren zijn van 1 april tot 1 oktober iedere dag vrij te bezichtigen van 10 u tot 18 u.
De kerk van Baflo is een van de oudste kerken in de provincie Groningen. De kerk met een vrijstaande toren op het hoogste punt van de wierde bevindt zich aan de Kostersgang 8. Het gebouw is eigendom van de Stichting Oude Groninger Kerken.
Waarschijnlijk heeft de huidige kerk een houten voorganger gehad, gesticht door Liudger in de 8e eeuw en gewijd aan de heilige Laurentius. Hij was een Romeinse soldaat, die in de 3e eeuw stierf als martelaar voor het christelijk geloof.
De kerk is gebouwd rond 1100 met tufsteen uit Duitsland. Het is een eenbeukige kerk met een rechtgesloten koor. De kerk wordt voor het eerst genoemd in 1211. Resten van tufsteen zijn nog te zien aan de buitenzijde. Rond 1250 werd het gebouw vergroot tot de huidige omvang. De ingangen zaten aan de noord- en zuidzijde, de contouren zijn nog te zien. De huidige hoofddeur in de westgevel is van latere datum. De losstaande toren is rond 1300 gebouwd en in 1500 nog eens verhoogd.
Baflo was een van de proosdijen (hoofdkerken) in de Ommelanden. Dat verklaart waarom de kerk zo groot is. Van hieruit werden ruim 30 parochies bestuurd. Ook was het een plek voor rechtspraak. De hoogste geestelijke was de proosd of persona. De vader van Rudolf Agricola, Hendrik Vries, was een aantal jaren persona in Baflo. Na de komst van het protestantisme in Groningen in 1594 verloor de Laurentiuskerk zijn belangrijke positie.
De huidige inrichting dateert vooral uit de 18e en 19e eeuw. Het kerkorgel werd gebouwd door Roelf Meijer in 1877. De herenbanken dateren van 1878. Verder bevinden zich er onder andere een offerblok en acht metalen schilden van de grafkisten van het geslacht Jarges. In de kerk liggen een aantal grafzerken; de oudste is van Jacob Halsema (overleden in 1587). De preekstoel komt uit de kerk van Engelbert, nadat een brand de eigen kansel had verwoest.